Jaren geleden, ver voordat ik naar Griekenland verhuisde, waren wij met vakantie in het zuiden van de Peloponnesos. De stranden daar zijn breed en kilometers lang én het is broedgebied voor de Caretta caretta, de zeeschildpad die in een groot deel van het Middellandse Zeegebied voor komt. We logeerden in een klein familiehotel aan zee. Op een avond kwamen we thuis en zagen vanaf het balkon lichtjes op het strand. We hadden al meerdere nesten gezien op het strand en uit nieuwsgierigheid gingen we naar beneden.
Een Franse familie stond, met zaklampen, op gepaste afstand van een enorme zeeschildpad om haar niet te storen. Haar zwoegende adem was het enige wat we hoorden, toen we zagen hoe ze haar laatste eieren legde. Ze was zichtbaar vermoeid, met inspanning veegde ze het zachte zand over haar nest. Met haar voorpoten trok ze zich nog wat hoger het strand op om vervolgens weer koers te zetten richting zee.
Ik voelde me bevoorrecht dit te mogen zien. Vergeten zal ik het nooit en mijn liefde voor dit bedreigde oerdier was geboren. Groot was dan ook mijn vreugde toen caretta caretta een aantal jaren geleden letterlijk opdook in de haven van Kastellorizo! Het zijn er elk jaar een stuk of zeven, groot en klein. Een bezoeker maakte tegen mij eens de opmerking, dat deze indrukwekkende zeebewoner voor mij wel heel gewoon zou zijn, ik zag ze tenslotte elke dag. Nou nee, "gewoon zullen ze wel nooit worden voor mij." Ze betoveren me elke keer weer. Het is toch ongelooflijk, dat een dier dat al zo ongeveer sinds het begin der tijden op deze aardbol voorkomt, elke zomer hier in de haven zwemt.
Caretta caretta trekt altijd veel bekijks en de oh´s en ah´s zijn dan niet van de lucht. Een paar jaar geleden verschenen er twee nesten op het enige, piepkleine strandje dat het eiland kent. Gedurende een dag of tien waren we op turtle alert. ´s avonds en ´s nachts waren er mensen die post hielden nabij de nesten en wij stonden op de bellijst. Avond aan avond zijn we na het sluiten van de bar gaan kijken of er beweging was in een van de nesten. Maar, helaas. Wil een schildpadei uitkomen, dan moet de temperatuur in het nest optimaal zijn geweest. Te laag in het nest is het te koud, te hoog is het weer te warm. Het luistert dus nauw. Geen hatchlings, dus, maar we blijven hopen en de volwassen exemplaren komen elk jaar weer terug.
Mijn close encounter met de zeeschildpad was er een om nooit vergeten. Iets anders was mijn kennismaking met een andere bewoner van dit eiland, de schorpioen. In de kleuren bruin en zwart zijn ze er in allerlei maten. Ze houden zich vooral op op plekken waar geen mensen komen. Tussen de huizen zijn het vooral kleinere, maar in de bergen kun je exemplaren treffen die zo groot zijn als je hand. Voorzichtigheid is geboden, hun steek is gemeen en zeer pijnlijk. Als ik in het voorjaar wilde bloemen ga plukken, draag ik altijd rubberlaarzen, zodat mijn voet en mij enkels zijn beschermd. Wij wonen dicht bij de natuur, dus af en toe vindt zo´n schorpioen zijn weg naar binnen. Op en avond lag ik in bed te lezen en zag dat een van onze katten zich voor een gordijn zette en belangstellend naar boven keek. Dat was geen goed teken. Dus, bed uit. Met duim en wijsvinger trok ik uiterst voorzichtig het gordijn uit elkaar. Help! Een schorpioen. Zwart en zeker 10 centimeter!
Wat nu? Ik had geen idee hoe ik deze gigant zonder kleerscheuren, voor mij dan , naar buiten kon werken. Dus manlief gebeld. Niets doen, zei die, ik kom eraan. Over dat niets doen dacht mijn kat Pebbles toch echt heel anders. Ze sprong enthousiast tegen het gordijn aan, totdat de schorpioen naar beneden tuimelde. Ook dat nog. Gelukkig hoorde ik op dat moment de voordeur opgaan, maar toen stond ik al bovenop een stoel.Gewapend met een lange stok en een blik werd de schorpioen overmeesterd. Elma opgelucht, Pebbles enorm teleurgesteld en Vangelis de held van de dag. Eind goed, al goed. De dierenwereld op Kastellorizo is gevarieerd, maar er zijn geen grote ´wilde´ dieren. Slangen, meerdere soorten, maar geen van alle giftig. Kikkers, gekko´s, salamanders, hagedissen en een enorme variatie in de insectenwereld. Er vliegt een kleine uilensoort rond, vleermuizen en een sporadische roofvogel, maar deze komt altijd vanuit Turkije. Ze nestelen hier niet. Net zomin als de vele trekvogels die hier in het voor- of najaar een stop-over maken. Er zijn konijnen, ratten en muizen. Katten en geiten, zoals op elk eiland. En dan wil niet eens een begin maken met wat je allemaal in de zee kunt vinden.
De meeste insecten zijn trouwens wel wat groter, dan in Nederland. En het andere klimaat heeft voor mij een aantal nieuwelingen geintroduceerd. Zo zijn hier bijvoorbeeld prachtige nachtvlinders. Een van die exotische insecten ziet eruit als twee zwarte kraaltjes die zijn verbonden door een geel draadje. In het najaar poets ik altijd dat het een lieve lust is om het huis van al het zomerstof te ontdoen en dan vind ik altijd wel een nest van deze noeste bouwer. Meestal een fraai appartementencomplex. Ik ben ze gaan verzamelen.
Ik ben dol op gekko’s en insecten, en de zeeschildpad is mijn grote favoriet, maar er is er nog een. Klein, rood van kleur en alleen te zien na regenweer. Hij is ook wel een beetje beroemd, de Kastellorizo hagedis. Er komen wetenschappers die onderzoek naar hem doen. Hij komt alleen hier voor en in een klein gebied in Turkije, zo heb ik me althans laten vertellen. Vanwege het klimaat draagt de mannelijke hagedis de eitjes bij zich, zodat ze niet uitdrogen. Niet echt een aaibaar diertje, die Kastellorizo hagedis, op zijn rug zit een slijmlaag die een heftige allergische reactie veroorzaakt.
Maar ja, aaibaar geldt maar voor twee diersoorten op dit eiland. De vkatten en de vier ezeltjes die in de bergen wonen.
Θα λεμε,
Elma