Ingrediënten:
500 gram diepvrieskabeljauw ontdooid, van graat en vel ontdaan
4-5 sjalotjes gewassen en fijngesneden
250 gram zelfrijzend bakmeel
2,5 dl bier
1 ei
Een half bosje gewassen en fijngesneden platte peterselie
Een half bosje gewassen en fijngesneden dille
Zout en peper
Maïs of zonnebloemolie
De ontdooide en goed uitgelekte kabeljauw met de vingers in zo klein mogelijke stukjes trekken, zoveel mogelijk ontdaan van graat en velletjes.
De fijngesneden en goed gewassen sjalotjes bij de vis doen, het licht geklopte ei en bier toevoegen, hierover de bloem zeven, wat zout en peper en heel goed mengen zodat het een mooi, luchtig deeg wordt. Niet te dik, het moet niet van de lepel lopen, dan is het dun en wat bloem toevoegen, indien te dik voorzichtig wat bier erbij doen. Het vismengsel voor een half uur afgedekt in de koelkast laten rusten.
Een vingerdikke laag olie in een pan verwarmen, als de olie voldoende verwarmt is, met een soeplepel het deeg in de hete olie laten glijden en de kroketten goudbruin en gaar laten bakken, als de olie niet heet genoeg is duurt het te lang voor ze gaar worden en nemen ze teveel olie op, bij te warme olie worden de kroketten te bruin en zijn niet gaar van binnen, dus houd de temperatuur van de olie in de gaten.
Laten uitlekken op een schaal met keukenpapier en lekker warm serveren met een gekookte groente, zoals wortel, broccoli of bloemkool, kleine courgettes en/of aardappels met olie en citroen, of een verse salade.
Zelfs diegenen die niet van vis houden smullen van deze viskroketten, ook kinderen zijn er gek op.
In Griekenland worden deze kroketten veel gegeten met een skordalia als bijgerecht, een soort knoflooksaus gemaakt van brood, olijfolie en knoflook, of een koude aardappelpuree met veel knoflook en olijfolie.