En nog steeds zitten we zonder gasten! We zijn “open”, vanaf 15 juni met veel veiligheidsvoorschriften, nieuwe regels en wetten. Maar we verwachten pas weer gasten in juli. Het is zo vreemd om zolang geen gasten te ontvangen, nog nooit gebeurd, 4 maanden onnatuurlijke rust! Een volgende spannende fase zal ons leren of we open kunnen en mogen blijven en we elders in Europa vakantie kunnen vieren.
Eindelijk hebben de eerste paddenstoelen gevonden, cantharellen, lang gewacht maar toch gekomen, het gele bosgoud is er weer! En we hebben nog steeds voldoende tijd om te tuinieren, om de groene kevers te lijf te gaan die zich weer te goed doen aan de –dit jaar vele – rozen en kersen. Bij Lena en Kostas op het land gaan we de Colorado kevers te lijf die zich in een ommezien vermenigvuldigen en de aardappelplanten bevolken. Tijd om te wandelen, en steeds maar weer de hotelkamers rag en spinvrij maken. De spinnetjes hebben het rijk alleen zo zonder gasten! De tuin ziet er pikobello uit, voorgaande jaren hadden we er vaak geen tijd voor, maar nu zien jullie onze keurig onkruidvrije tuin niet. We kregen zelfs te horen dat we toch echt de muur moeten afbreken zodat ‘iedereen’ onze mooie tuin kan bewonderen. Maar dat doen we lekker niet hoor, wie ervan wil genieten mag binnenkomen en verder is de tuin exclusief voor jullie en voor ons! Het blijft een voorrecht voor de gasten van Porfyron, of zoals Vader Stefan het verwoordde: Ten tijde van het Byzantijnse Rijk werd de titel ‘porphyrogenitos’ (‘in purper geboren’) verleend aan zonen of dochters van de Keizer, als ze geboren werden in een paviljoen in het keizerlijk paleis van Constantinopel. Hiervan waren de muren, de vloer en het plafond ingelegd met Porphyry, een kostbare purperkleurige steensoort uit Egypte. Tegenwoordig wordt niemand meer ‘in purper geboren’, maar er zijn mensen die in purper hebben geslapen! Zij vonden de weg naar Ano Pedina, een klein plaatsje in de Zagori. Hier genoten ze van een verblijf in Hotel Porfyron, het purperen huis. Je zou onze gasten de ‘porphyrogenitoi’ kunnen noemen: de uitverkorenen die hebben gelogeerd in Porfyron.
En om nog even bij de Konings en de Keizers te blijven, de Zagori staat weer vol met de Koningskaars, Verbascum Thapsus. Deze, niet te verwarren met de Keizerskaars (Verbascum phlomoides) of andere Verbascums. Alleen de Koningskaars, de Verbascum Thapsus wordt als kruidentherapie gebruikt tegen long en keelaandoeningen. Ik ga er een tinctuur van maken die vast nog van past komt, we hopen dat het Coronavirus niet meer terugkomt, maar we zullen vast niet verschoont blijven van een hoest, bronchitis en/of astmatische klachten.
Verbascum thapsus de Koningskaars is een prachtig wilde plant met dichte gele bloemen die in een gematigd klimaat voorkomt. Het is een enorm grote, statige plant. De Koningskaars is een zeer waardevol middel tegen ademhalingsmoeilijkheden, zoals hoest, bronchitis, heesheid met droge keel en prikkelhoest. De goede resultaten van Koningskaarsthee kunnen vrijwel niet overschat worden. Het is het op een na meest gebruikte kruid in kruidentabak en op zichzelf versterkend voor de longen, een kruidentabak die geen nicotine bevat. De kruidentabak kan worden gebrand en geïnhaleerd op een blok houtskook, in vloeitjes of in een pijp. Als basis voor kruidentabak kunt u nemen: klein hoefblad, salie en koningskaars. Alle zijn ze heilzaam voor de longen.
Vandaag hebben we kilo’s morellen, zure kersen of zoals de Belgen ze noemen krieken geplukt. De bomen overvol, het werd tijd de takken te ontdoen van het vele fruit. De morellen zijn veel zuurder en kleiner dan de gewone kers. Je maakt er heerlijke likeur van, maar ook een siroop wat ze hier in Griekenland Visinada noemen. Een ‘ranja’ die je aanlengt met water, over ijs, of een scheutje in de witte wijn voor een heerlijke kir!
Jaren geleden hadden we een vriend die veel last had van jicht. De medicijnen van de dokter hielpen niet veel. Even googlen en we leerden dat morellen en kersen helpen als medicijn tegen jicht. Hippocrates zei het al, laat voeding uw medicijn zijn en uw medicijn uw voeding. Eigenlijk zou het niet zover moeten komen dat medicijn uw voeding moet worden! Van de morellen en de kersen gooien we niets weg. Van het fruit maak je jam, siroop, likeur of verwerkt in gebak. De steeltjes wassen en drogen om thee van te zetten die net als de het fruit een medicijn zijn tegen de jicht. En de gewassen pitten daar maken we met een halve theedoek een pittenzak van, verwarmt in de magnetron heerlijk voor een pijnlijke buik, stijve spieren of rugpijn, of als kruik voor koude voeten. Maar ook kan de pittenzak uit de diepvries gebruikt worden als coldpack bij verstuikte enkels of overbelaste spieren.