Tijdens het lezen van de diverse columns op onze website, komt u met enige regelmaat historische feiten en termen tegen waarover u wellicht wat meer zou willen weten. Terecht, want wie zich een beetje in de Griekse cultuur wil verdiepen, ontkomt niet aan een stukje geschiedenis. Bij elk artikel staat dan ook een bronvermelding en een link naar betreffende pagina. Ik kan mij echter indenken dat u de weg een beetje kwijt raakt bij het doorlinken. Vandaar deze column waarin ik de belangrijkste geschiedkundige gebeurtenissen voor u op een rijtje heb proberen te zetten. Wees echter gerust: er volgt geen overhoring!
Inleiding:
Griekenland: bakermat van de Europese beschaving, het land waarin de democratie ontstond. In 510 voor Christus intoduceerde de aristocratische staatsman Clisthenes deze staatsvorm in de stadstaat Athene: de stad kende hiermee de oudste democratie van Europa. (Grieks: δῆμος: dèmos: volk en κρατέω: krateo: regeren) Het heeft echter tot 1829 geduurd alvorens in Griekenland, met uitzondering van regio's in Macedonië, Thracië en het merendeel van de eilanden, een (constitutionele) monarchie werd gevestigd en na eeuwen van bezetting de democratie terugkeerde. In de tussenliggende eeuwen woedden er oorlogen en volgden overheersingen door diverse mogendheden.De verovering van Constantinopel in 1453 door sultan Mehmet II betekende uiteindelijk de val van het Byzantijnse rijk. De Ottomanen wisten hun heerschappij te handhaven tot in 1821 de Griekse onafhankelijkheidsstrijd uitbrak. Deze zwaar bevochten onafhankelijkheid zou het echter nog zwaar te verduren krijgen: pas in 1974 met de invoering van de republiek keert de democratie definitief terug en daarmee eindelijk de vrede. In deze column wil ik u graag door de Griekse geschiedenis in de periode 1821 – 1974 voeren en de belangrijkste geschiedkundige gebeurtenissen beknopt benoemen. Deze column is voorzien van diverse filmpjes (waaronder het Griekse Nationale Volkslied), afbeeldingen, een concert van Mikis Theodorakis en een gedicht van Victor Hugo.
Periode: vrijheidsstrijd tot de onafhankelijkheid in 1830:
De grote mogendheden in de negentiende eeuw stonden niet echt te springen om de onderdrukte Griekse bevolking te bevrijden van het Ottomaanse juk. Eigenbelang speelde daarbij een grote rol. De in het buitenland opgerichte genootschappen van filhellenen * wisten echter een leger te financieren. Deze strijdmacht zou in 1821 tijdens de algehele opstand in Griekenland, vanuit Rusland Moldavië, dat destijds onder Ottomaans bewind stond, binnen vallen. De aldus ontstane instabiliteit zou de Grieken een grotere kans bieden op de overwinning in de strijd voor hun vrijheid. Onderlinge verdeeldheid bracht echter het tegenovergestelde: de opstand werd uiterst bloedig neergeslagen. Het zou nog tot 1827 duren voordat de grootmachten Rusland, Frankrijk en Engeland onder een veranderde mening en overweldigende publieke druk* de Grieken te hulp kwamen. Inmiddels hadden genoemde landen de onafhankelijkheid van Griekenland, dat zichzelf op 25 maart 1821 onafhankelijk verklaarde, erkend en onderhielden diplomatieke betrekkingen. De sultan was echter geenszins van plan deze onafhankelijkheid te erkennen en de geallieerden besloten op 20 oktober 1827 de confrontatie met de Ottomaanse vloot te zoeken in de baai van Navarino. Deze zeeslag die overigens ook een Nederlands tintje kent, de Russische schepen stonden onder commando van de ingehuurde Nederlandse admiraal Lodewijk van der Heiden, zou een allesbeslissende wending in de strijd tot gevolg hebben. Aanvankelijk was het de bedoeling de Ottomanen slechts te imponeren. Maar nadat de Ottomaanse vloot het vuur opende ontstond een zeeslag waarbij driekwart van hun vloot tot zinken werd gebracht. De geallieerden wisten de bezetters uit de Peloponessos en Midden-Griekenland te verdrijven. In dit bevrijde gebied werd de Griekse republiek met Yiannis Kapodistrias als president gevestigd. Na moeizame onderhandelingen werd de onafhankelijkheid van Griekenland in 1830 officieel erkend tijdens het Congres van Londen.
De publieke opinie werd met name door één van de meest gruwelijke slachtingen in de Griekse onafhankelijkheidsstrijd beïnvloed: in 1822 wordt de Griekse opstand op Chios genadeloos neergeslagen door de sultan met gevolg: een geschat aantal slachtoffers dat uiteen loopt van 20.000 tot 90.000. Het werd beschreven in “L 'Enfant de Chios”van Victor Hugo ** en Eugène Delacroix maakte het aanschouwelijk in het schilderij “Le Massacre de Scio”.)
Victor Hugo: L’ Enfant uit “Les Orientales” (1828)
Les Turcs ont passé là. Tout est ruine et deuil.
Chio, l’île des vins, n’est plus qu’un sombre écueil,
Chio, qu’ombrageaient les charmilles,
Chio, qui dans les flots reflétait ses grands bois,
Ses coteaux, ses palais, et le soir quelquefois
Un choeur dansant de jeunes filles.
Tout est désert. Mais non ; seul près des murs noircis,
Un enfant aux yeux bleus, un enfant grec, assis,
Courbait sa tête humiliée ;
Il avait pour asile, il avait pour appui
Une blanche aubépine, une fleur, comme lui
Dans le grand ravage oubliée.
Ah ! pauvre enfant, pieds nus sur les rocs anguleux !
Hélas ! pour essuyer les pleurs de tes yeux bleus
Comme le ciel et comme l’onde,
Pour que dans leur azur, de larmes orageux,
Passe le vif éclair de la joie et des jeux,
Pour relever ta tète blonde,
Que veux-tu ? Bel enfant, que te faut-il donner
Pour rattacher gaîment et gaîment ramener
En boucles sur ta blanche épaule
Ces cheveux, qui du fer n’ont pas subi l’affront,
Et qui pleurent épars autour de ton beau front,
Comme les feuilles sur le saule ?
Qui pourrait dissiper tes chagrins nébuleux ?
Est-ce d’avoir ce lys, bleu comme tes yeux bleus,
Qui d’Iran borde le puits sombre ?
Ou le fruit du tuba, de cet arbre si grand,
Qu’un cheval au galop met, toujours en courant,
Cent ans à sortir de son ombre ?
Veux-tu, pour me sourire, un bel oiseau des bois,
Qui chante avec un chant plus doux que le hautbois,
Plus éclatant que les cymbales ?
Que veux-tu ? fleur, beau fruit, ou l’oiseau merveilleux ?
- Ami, dit l’enfant grec, dit l’enfant aux yeux bleus,
Je veux de la poudre et des balles.
Achtergrond informatie: Lord Byron en Laskarina Bouboulina:
De Britse oorlogsheld lord Byron* heeft als filhelleen nooit de kans gekregen een kogel af te vuren, hij overleed in 1824 in Mesologhi aan de gevolgen van de bahandeling van twee epileptische aanvallen. Byron was door het in Londen gevestigd genootschap “The London Greek Comittee”* gevraagd zich zowel persoonlijk als met financiële middelen voor de onafhankelijkheid in te zetten. Een andere beroemdheid uit de Griekse onafhankelijkheidsstrijd is Laskarina Boubloulina. (dochter van Stavrianos en Skevo Pinotzís) Zij werd op 11 mei 1771 in Constantinopel in een gevangenis geboren, als dochter van een Griekse zeekapitein.Haar vader was ter dood veroordeeld wegens zijn deelname aan de Orlof Revolutie in 1769/1770, maar moeder en dochter wisten aan een gewisse dood te ontkomen door naar het eiland Spetses te vluchten. Laskarina huwde in 1788 een zeekapitein die zij tijdens alle zeereizen vergezelde en die tijdens een aanval door Ottomaanse piraten het leven liet. Laskarina hertrouwde met de zeekapitein Demetrios Bouboulis die een zelfde lot beschoren was. Inmiddels was Laskarina een vermogende vrouw, zij bezat schepen en scheepswerven. Zij sloot zich aan bij de ondergrondse verzetsorganisatie Filiki Etaireia die zich voorbereidde op een opstand tegen de Ottomanen. Toen de onafhankelijkheidsstrijd uitbrak stelde zij al haar bezittingen ten dienste van de strijd om de vrijheid en voerde zelf het bevel over het schip “Agamemnon” een als koopvaardijschip vermomde oorlogsbodem waarmee zij een belangrijke bijdrage leverde aan de belegering en uiteindelijke bevrijding van Nafplion. Laskarina overleed op 22 mei 1825 berooid op Spetses, zij werd slachtoffer van een familievete. Overigens zou volgens de overlevering Germanos bisschop van Patras, met het heffen van de vlag bij het klooster van Aghia Lavra, de directe aanzet tot de opstand tegen de Ottomanen heeft gegeven.
* Voor meer informatie over "The London Greek Comittee" en Lord Byron kunt u aanvullend de column: “Lord Byron: de vrijheidsstrijder die nooit een kogel afvuurde!” lezen.
het Griekse Nationale volkslied: Ύμνος είς την Ελευθερίαν
Ύμνος είς την Ελευθερίαν
γνωρίζω απó την κóψη,
τoυ σπαθιoύ την τρoμερή,
Σε γνωρίζω απó την óψη,
πoυ με βια μετρά[ει] τη[ν] γη.
Απ' τα κóκαλα βγαλμένη,
των Eλλήνων τα ιερά,
Kαι σαν πρώτα ανδρειωμένη,
χαίρε, ω χαίρε Eλευθεριά.
Hymne voor de vrijheid
Ik herken u aan de snede
van uw zwaard, dat sidd'ren doet
Ik herken u aan uw oogblik
die met kracht de vert' ontmoet
Uit de heilige gebeenten
van de Grieken opgestaan
en als immer zo manhaftig
Bied 'k mijn groet, u Vrijheid aan!
Het Griekse nationale anthem Ύμνος είς την Ελευθερίαν (hymne voor de vrijheid) werd in 1823 geschreven door Dionysios Solomos op muziek van de componist Manzaros. Het is sinds 1865 het nationale volkslied van Griekenland
Periode: onafhankelijkheid 1830 tot 1922:
Tijdens het Congres van Londen in 1830 werd Griekenland onafhankelijk en werd Nafplion aangewezen als hoofdstad van de nieuwe republiek. De op 11 februari 1776 op Kerkyra geboren Griekse graaf en diplomaat Yiannis Kapodistrias werd gekozen tot president. Hij bezocht de Europese hoofdsteden om financiële middelen in te zamelen om het na 400 jaar bezetting berooide land weer op te bouwen. Hij slaagde erin om Griekenland economisch en cultureel weer op gang te krijgen. Helaas werd zijn regeringsstijl niet door iedereen gewaardeerd: Kapodistrias werd op 9 oktober 1831 door tegenstanders vermoord.
Als gevolg hiervan werd besloten dat Griekenland een monarchie moest worden. In de zeventien jarige prins Otto van Beieren, zoon van de filhelleen Ludwig I, werd een geschikte koning gevonden: hij besteeg in 1832 de Griekse troon. Otto I regeerde als een absoluut vorst, bijgestaan door Beierse ministers, ambtenaren en adviseurs. Hij besloot in 1834 de hoofdstad naar Athene te verhuizen. De jonge koning bleek echter niet in staat om het land op te bouwen en werd in 1843 als gevolg van een opstand gedwongen een nieuwe grondwet te tekenen. Uiteindelijk zou hij na een nieuwe opstand in 1861 gedwongen worden afstand te doen van de troon en verliet samen met zijn echtgenote Amalia het land.
Aan het Deense hof vonden Griekse diplomaten zijn opvolger: de achttien jarige prins Wilhelm, die als George I op 30 maart 1863 de Griekse troon besteeg. Bij zijn huwelijk met de Russische grootvorstin Olga Konstantinova Romanov in 1864 bleek Engeland wel bijzonder gul: als huwelijksgeschenk werden de Ionische eilanden, tot dan toe een Brits protectoraat, aan Griekenland teruggegeven. In 1877 werd Thessalië bij Griekenland gevoegd en als gevolg van de Balkanoorlogen volgde in 1913 Kreta, delen van noord Griekenland en enkele Egeïsche eilanden. De koning, die vier jaar door het land zou reizen om zijn volk en haar moeilijkheden te leren kennen was bijzonder populair. Toch zou ook hij worden vermoord: op 18 maart 1913 in Thessaloniki, de stad welke op 26 oktober 1912 op de Turken werd veroverd tijdens de Eerste Balkanoorlog.
Voor meer informatie over de Balkanoorlogen: wiki/Balkanoorlogen
Vrij snel na de officiële onafhankelijkheidsverklaring in 1830, ontstond het idee om alle verloren gegane gebieden welke ooit tot het Panhelleense rijk behoorden weer aan het vaderland toe te voegen. Dit Grote Idee (Grieks: Μεγάλη Ιδέα) behelsde alle door Grieken bewoonde gebieden:
- Het huidige Griekenland inclusief alle eilanden*
- Oost Thracië
- Istanboel (dat na hereniging Athene als hoofdstad moest vervangen)
- delen van Anatolië
- de Egeïsche eilanden Imbros en Tenedos
- Zuid- Albanië (Zuid-Epiros)
- Macedonië
Het was aanvankelijk de bedoeling deze gebieden aansluiting Enosis (Grieks Eνωσις) te laten vinden langs diplomatieke weg of middels indirecte steun aan opstandelingen.
* Het toenmalige Griekenland bestond voornamelijk uit de Pelopennesos en delen van Attica. In de loop der jaren volgden:
- 1864: de Ionische eilanden
- 1881: Thessalië
- 1913: Kreta
Koning George I werd door zijn ministers onder druk gezet: enerzijds deze Enosis te bewerkstelligen: er woonden immers meer Grieken buiten dan binnen de landsgrenzen. Anderzijds was het toenmalige Griekenland een door oorlogen verarmd land. Economisch herstel was beslist noodzakelijk. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 was Konstantijn I zijn vader als koning van Griekenland opgevolgd. Gehuwd met Sophie van Pruisen in 1889 was hij een zwager van keizer Wilhelm II van Duitsland en was dan ook fel gekant tegen de plannen van zijn premier Eleftherios Venizelos om Griekenland te laten aansluiten bij de Geallieerden. Het achterliggende idee was om als tegenprestatie voor de geleverde oorlogsinspanningen, middels vredesonderhandelingen de Enosis af te dwingen en op deze wijze het grondgebied uit te breiden. Dit leidde tot het ontslag en de verbanning van de premier.Griekenland zou zich neutraal opstellen ten tijde van deze Eerste Wereldoorlog.
Venizelos vormde in 1916 echter vanuit Thessaloniki een tegenregering wat een burgeroorlog tot gevolg had. Gesteund door de geallieerden werd deze oorlog in het voordeel van Venizelos beslist en moest George I afstand doen van de troon. De oorlogsinspanningen, welke eigenlijk niet door het berooide land konden worden opgebracht, leverden Griekenland uiteindelijk Bulgaars Thracië en Oost-Thracië op, alsmede een gebied rondom Izmir (Smyrna). De nieuwe grens werd, ironisch genoeg, op enkele kilometers van Istanboel (Constantinopel) getrokken.
Periode; 1922 tot 1940: Ramp in Klein Azië tot Tweede Wereldoorlog:
Met het het vaststellen van de nieuwe grenzen in Klein Azië lag Η πόλη (Dé Stad: Constantinopel) binnen handbereik en wakkerde het vuur van het Μεγάλη Ιδέα nog verder aan. Venizelos wist zich gesteund door de Britten in zijn streven naar Eνωσις: zij stelden zelfs de hereniging met Constantinopel in het vooruitzicht. Uiteraard niet zonder eigen belang: de Italianen hadden namelijk in 1915 de stad Antalya en directe omgeving bezet en streefde naar een koloniaal rijk gebaseerd op het Romeinse Rijk (Mare Nostrum). Gesteund door een sterk Griekenland zou Groot Brittannië controle behouden over de Middellandse Zee met de belangrijke vaarroutes behouden.
Bij de Vrede van Sèvres in 1920 werd Turkije in zes mandaatgebieden verdeeld met als belangrijkste reden dat het land geen bedreiging meer voor Griekenland mocht vormen. Turkije zou blijven voortbestaan in Centraal- en Noord-Anatolië. Frankrijk, Groot Brittannië en Italië kregen een mandaatsgebied toegewezen en de Grieken een bezettingszône. Verder ontstond de onafhankelijke republiek Armenië.
De Britse premier Lloyd George wist de Grieken tot de aanval op de Turkse troepen onder leiding van Mustafa Kemal Atatürk (stichter van het moderne Turkije na de val van het Ottomaanse rijk) over te halen, ondanks bemiddelingspogingen van andere mogendheden. In maart 1921 openden de Grieken de aanval, en aanvankelijk boekten zij enorme successen. Maar het tij keerde: de Fransen en Italianen verlieten hun mandaatgebieden met soms achterlating van materieel en de Britten steunen de Grieken vooral mondeling.Op 26 augustus 1922 om 05:30 uur begon het Turkse offensief. Op 9 september kwam er een einde aan de Griekse bezettingszône in Izmir (Smyrna), met een dramatische evacuatie van de Griekse en Armeense inwoners als gevolg.De herovering ging gepaard met gruwelijke moordpartijen en plunderingen. Een groot gedeelte van de stad werd in de as gelegd. De bevolking die niet per boot aan de Turkse troepen en de vlammen kon ontkomen, probeerde de schepen van de geallieerden, welke in de haven voor anker lagen, zwemmend te bereiken. Het aantal slachtoffers is eveneens dramatisch: aan Griekse en Armeense zijde vielen 23.500 doden, raakten 49.000 gewond en werden 20.820 mensen krijgsgevangen gemaakt. De cijfers aan Turkse zijde: zowel 10.000 doden als gewonden. Uiteindelijk werd 15 oktober 1922 een wapenstilstand getekend.
promofilmpje over een documontaire over Smyrna
(bevat interview met historicus Alexander Kietroeff van Harvard University)
Bij het verdrag van Lausanne, op 30 januari 1923 kwamen Eleftherios Venizelos en zijn Turkse collega Mustafa Kemal een bevolkingsuitwisseling overeen. Deze ophanden zijnde uitwisseling en de daadwerkelijke uitvoering ervan had tot gevolg dat ruim anderhalf miljoen Grieken Turkije verlieten, en zo 'n half miljoen Turken Griekenland moesten verlaten.
Periode: 1940 tot 1945: begin Tweede Wereldoorlog tot begin Burgeroorlog:
Een belangrijke nationale feestdag in Griekenland is 28 oktober: Επέτειος του Οχι ( Nee Dag). De Grieken herdenken dan de weigering van de Griekse Generaal Ioannnis Metaxas in 1940 om de Italianen toestemming te geven om het Griekse grondgebied te betreden en er bases te vestigen. De in 1936 door koning George II aangestelde ad interim premier riep op 4 augustus 1936 naar aanleiding van een oproer de noodtoestand uit en stuurde de vorst in ballingschap. George II keerde na een twijfelachtig referendum in 1935 terug op de troon. Sinds 1938 bestuurt Metaxas Griekenland dictatoriaal. Het Italiaanse ultimatum liep op die bewuste achtentwintigste oktober om 04.00 uur die dag af en om 05.30 werd de Italiaanse aanval ingezet en raakte Griekenland betrokken bij de Tweede Wereldoorlog. Met name in Epiros, nabij de Albanese grens werd hevig verzet geboden. De Italianen vielen vanuit hun Albanese protectoraat Griekenland aan. De Grieken boden echter heftiger verzet dan de Italianen verwachtten en bondgenoot Duitsland moest dan ook met een “Blitzkrieg” in april 1941 te hulp schieten. In mei 1941 was het gehele land bezet door de As-Mogendheden: Duitsland, Italië en Bulgarije.
"Συννεφιασμένη κυριακή" ("Bewolkte Zondag") Γρηγόρης Νταραβάνογλου
Koning George II en zijn regering wijken uit naar het buitenland. De Duitse bezetting zou tot 12 oktober 1944 duren. Dat heeft Metaxas echter niet meer meegemaakt: hij overlijdt op 29 januari 1941 en wordt opgevolgd door Alexandros Korizis. Met de bevrijding van Piraeus en Athene leek een einde te zijn gekomen aan de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog en het bloedvergieten. De regering keert uit ballingschap terug, en na een nieuw referendum in 1946 bestijgt George II opnieuw de troon in zijn door de Duitsers geplunderde paleis. Hij zal een jaar later, op 1 april 1947 sterven aan een hartaanval. Bij benadering vielen er aan Griekse zijde ruim 311.000 slachtoffers te betreuren, zowel soldaten als burgers. In 1939 was het bevolkingsaantal 7.222.000 inwoners, wat inhoudt dat 4.3% van de bevolking de bevrijding niet heeft mogen meemaken. Velen stierven als gevolg van de aanhoudende hongersnood, met name in de Athene.
Tijdens de bezetting door de As Mogendheden werd het verzet in Griekenland goed georganiseerd. De uitgestrektheid en onherbergzaamheid van het land bood volop mogelijkheden voor de verzetsstrijders. Al tijdens deze bezetting vond de eerste fase van de Griekse Burgeroorlog plaats (Grieks: Ελληνικός εμφύλιος πόλεμος), toen communistische en niet-communistische groeperingen elkaar rond 1942 begonnen te bestrijden.
Periode: 1945 tot 1949: einde Tweede Wereldoorlog tot einde Burgeroorlog:
Om de Griekse Burgeroorlog (Grieks: Ελληνικός εμφύλιος πόλεμος) beter te kunnen begrijpen is het makkelijker als ik u eerst aan de betrokken partijen voorstel:
EDES: (Grieks: Εθνικός Δημοκρατικός Ελληνικός Σύνδεσμος / Nederlands: Nationaal Republikeinse Liga)
De Nationaal Republikeinse Liga werd in 1942 in Epiros opgericht door de Griekse kolonel Napoleon Zervas. Deze verzetsbeweging had als groot voordeel dat het voornamelijk bestond uit beroepsmilitairen. Bovendien werd de organisatie gesteund door Groot Brittannië en de Verenigde Staten, in hun strijd tegen het communisme. Uiteindelijk zou deze beweging worden opgenomen in de regering van nationale eenheid van Yiorgos Papandreou in 1944. Als de verzetsbeweging in november van dat jaar opnieuw in opstand komt maar dan tegen de regering, wordt EDES goeddeels verslagen.
EAM (Grieks: Εθνικό Απελευθερωτικό Μέτωπο / Nederlands: Nationaal Bevrijdingsfront)
De stuwende kracht achter het Nationaal Bevrijdingsfront EAM was de KKE (Griekse Communistische Partij), maar ook andere links georïenteerden waren lid. In 1944 zou deze verzetsbeweging in de bevrijde gebieden haar eigen regering oprichten onder de naam; “Political Committee of National Liberation”
ELAS (Grieks: Ελληνικός Λαϊκός Απελευθερωτικός Στρατός, / Nederlands: Nationaal Volks Bevrijdings Leger)
De Elas was tot 1945 de militaire afdeling van EAM.
Een oorlog op zich is natuurlijk al verschrikkelijk, een burgeroorlog is wel de meest verschrikkelijke vorm van oorlogsvoering. Niet alleen een land, maar ook families en gezinnen raken verscheurd. De wonden van deze burgeroorlog zijn nog vers, en de gebeurtenissen staan de Grieken nog helder voor ogen. Hoewel de burgeroorlog wel degelijk een belangrijk onderdeel van de Griekse geschiedenis uitmaakt, wordt er liever niet over gesproken; te pijnlijk.
Om te voorkomen dat de Griekse communisten de macht zouden grijpen na de bevrijding in 1944, werd het regeringsgezinde Edes gesteund door de Verenigde Staten en Groot Brittannië. In december van dat jaar besloot de EAM/ELAS de belegering van Thessalonikli te beëindigen om de regeringsgezinde EDES uit Epiros te verdrijven. De Britten snelden de EDES echter te hulp. Athene, dat op dat moment in handen van EAM/ELAS was, werd door de Britten ingenomen. Er werd uiteindelijk een akkoord gesloten: op 9 februari 1945 werd beslist dat Attica en de Peloponnesos onder regeringsbewind zouden komen te staan, de noordelijke regio 's onder communistisch bewind. Zij vestigden daar een regering: beter bekend als "Κυβέρνηση του βουνού" (Berg - regering)
Men kan het de Britten niet kwalijk nemen dat zij, oorlogsmoe, zich uiteindelijk terugtrokken it Griekenland. Uit vrees dat Griekenland definitief in communistische handen zou vallen, werd de steun vanuit de Verenigde Staten aan de regeringsgezinde troepen opgevoerd. De EAM/ELAS werd vanuit het communistische Joegoslavië en Bulgarije van bevoorrading en wapens voorzien, hetgeen hen veel krediet opleverde bij de door armoede en honger verkerende bevolking. De regeringstroepen stonden onder aanvoering van generaal Alexandros Papagos, konden niet voorkomen dat 26.000 Griekse kinderen naar vanuit de noordelijke regio 's naar de communistische buurlanden werden getransporteerd: velen zouden nooit naar Griekenland terugkeren. In 1948, door de voortdurende wapenleveranties van de Verenigde Staten, het ontbreken van steun van de U.S.S.R. onder Stalin, en de intrekking van de steun van Joegoslavië onder Tito, zou uiteindelijk leiden tot de ondergang van EAM/EDES. Zij hielden in 1949 nog met 130.000 strijders stand op de berg Grammos in Epiros, maar werden door de regeringstroepen met behulp van napalm verdreven. In 1949 kwam er een einde aan de Burgeroorlog die ruim 160.000 slachtoffers zou eisen.
Op 10 februari 1947 werden op de Vrede van Parijs de Dodekanesos aan Griekenland toegekend.
Periode: 1949 tot 1974: einde Kolonelsregime:
Wat ging er eigenlijk aan de staatsgreep van de militairen in 1967 vooraf? De Griekse Inlichtingendienst rolde in 1965 een groep linkse militaire samenzweerders op. Een van de mensen die werden gearresteerd op verdenking van betrokkenheid bij deze organisatie was de zoon van premier Papandreou, Andreas. Koning Konstantijn II ontsloeg hierop zijn premier, die tijdens een stembusgang in 1964 met een glansrijke overwinning aan de macht was gekomen. Het feit dat Papandreou tijdens zijn regeringsperiode het ontslag eiste van een aantal hooggeplaatste rechtse officieren, zou hem later in problemen brengen. Er ontstond een politiek instabiele situatie en een staatsgreep dreigde. Papandraou zou worden opgevolgd door de gouverneur van de Griekse Nationale Bank, Ioannis Paraskevopoulos.
Op 21 april 1967 pleegde een groep militairen, voor het merendeel kolonels inderdaad een staatsgreep. Er werd een militaire junta gevormd, geleid door kolonel Yiorgos Papadopoulos en generaal Stylianos Patakos. Koning Konstantijn II berustte in de machtsovername en benoemde Konstantinos Kollias als nieuwe premier. Papandreou werd gearessteerd evenals zijn zoon Andreas, en 480 communisten. Papandreou zou huisarrest krijgen de rest werd verbannen naar diverse eilanden. Een van de bekendste bannelingen is de componist Mikis Theodorakis. De latere opvolger van Papandreou, kolonel Papadopoulos werd aanvankelijk minister van Defensie. Elke minister stond overigens onder toezicht van een militair. Economisch herstel, herstel van de democratie en een nieuwe grondwet werden in het vooruitzicht gesteld.
In december 1967 moest koning Konstantijn II zijn land ontvluchten nadat hij had getracht met een contra – staatsgreep zijn voormalige regering te herstellen. De junta was op dat moment ernstig verzwakt. Konstantijn II ontsloeg de ministers die tot de junta behoorden, de junta wist zich echter te herstellen en premier Kollias werd afgezet en opgevolgd door kolonel/minister Yiorgos Papadopoulos.
Op 23 december krijgen 180 personen amnestie, waaronder Andreas Papandreou, die vanuit het buitenland oppositie begon te voeren. Premier Papadopoulos werd de machtigste man van de regrering, temeer daar hij ook diverse andere ministersposten naar zich toe had getrokken. In augustus 1968 vond een mislukte aanslag op de premier plaats, met een golf aan arrestaties tot gevolg. Het bewind vermoedde de betrokkenheid van Andreas Papandreou, gesteund door de Cypriotische regering. Op 1 november 1968 overleed de inmiddels uit huisarrest ontslagen Yiorgos Papandreou. Hij kreeg een staatsbegrafenis waarbij de tegenstanders van de junta gebruik maakten van de mogelijkheid van zich te laten horen.
De burger ministers werden in juli 1970 uit de regering ontslagen, waarna het bewind slechts uit militairen zou blijven bestaan. De junta wist zich gesteund door de Verenigde Staten, die in het rechtse bewind een bondgenoot tegen communistische landen in de regio zagen. Aan het bewind van de junta kwam in maart 1972 een einde toen de militaire dictatuur werd vervangen door de persoonlijke dictatuur van Papadopoulos. Koning Konstantijn II weigerde ondanks enkele verzoeken van de premier om terug te keren, waarna Papadopoulos op1 juni 1973 de "Parlementaire Presidentiële Republiek" uitriep. Het parlement zou hierin slechts een bescheiden rol spelen. De koning werd beschuldigd van het organiseren van een opstand bij de marine. Op 19 augustus 1973 werd Papadopoulos beëdigd als president.Op 17 november 1973 kwam het tot ernstige studentenopstanden aan de Technische Hogescholen van Athene en Thessaloniki. De studenten eisten per direct nieuwe verkiezingen, in plaats van de in het vooruitzicht gestelde verkiezingen van 1974 en ontheffing van militaire dienstplicht. Daarnaast ook democratische hervormingen. De regering liet daarop de campussen en hogescholen omsingelen door het leger. Op 17 november werd de noodtoestand afgekondigd door Papadopoulos. Dertig demonstranten vinden de dood. Om een erger bloedbad te voorkomen pleegden op 25 november 1973 enkele hoge officieren, waaronder de generaals Phaidon Gizikis en Dimitrios Ioannidis, een staatsgreep waarbij Papadopoulos werd afgezet. Papadopoulos werd opgevold door Gizikis. In 1974 werd een overgangsregering gevormd en werd Michail Stasinopoulos president. Karamanlis, teruggekeerd uit ballingschap in Parijs werd tot premier benoemd. Konstantinos Karamanlis vervulde sinds 1955 reeds eerder diverse malen het ambt van premier. Echter na een onenigheid met Koning Pavlos treed hij op 17 juni 1963 terug als premier, om vervolgens in datzelfde jaar na een verkiezingsnederlaag vrijwillig in Parijs in ballingschap te gaan. Deze ballingschap zou uiteindelijk elf jaar duren.
concert van Mikis Theodorakis, met o.a.Yiorgos Dalaras en Maria Farantouri in het Karaiskakis Stadion, Athene 1974
Aanvankelijk werden de leden van de militaire junta ter dood veroordeeld, maar de vonissen werden in 1976 omgezet tot levenslang. De dag van de studentenopstand, 17 november, is tot op heden de dag waarop het herstel van de democratie in Griekenland wordt gevierd.
Achtergrondinformatie: de kwestie Cyprus:
Een belangrijke erfenis uit de tijd van het kolonelsregime is de deling van Cyprus. Het eiland was tot 16 augustus 1960 een Brits protectoraat. Op die datum werd het eiland echter onafhankelijk en werd aartsbisschop Makarios III president van de nieuwe republiek. Hierbij werd de wens van de Grieks – Cypriotische meerderheid voor aansluiting bij Griekenland (Enosis) genegeerd, en ook de Britten waren niet bepaald voorstander van een onafhankelijk Cyprus. De Turks - Cypriotische minderheid op het eiland was voorstander van een deling van Cyprus in een Grieks en Turks deel, (Taksim) waar uiteraard Turkije ook de voorkeur aan gaf. De grondwet werd dusdanig opgesteld dat Londen, Ankara en Athene zouden kunnen ingrijpen als de grondwettelijke orde zou worden verstoord. Deze grondwet leverde echter een niet werkbare situatie op, en Makarios III, die zich ondertussen bleef inzetten voor de Enosis met Griekenland (hoewel dit door de staatsgreep van de kolonels in 1967 op een laag pitje kwam te staan) stelde een aantal wijzigingen in de grondwet voor. De spanningen tussen de bevolkingsgroepen liepen steeds verder op. Op 21 december 1963 braken er schermutselingen uit. Een snelle interventie van de Britten wist erger te voorkomen. Makarios III stemde in met het voorstel met een tijdelijke vredesmacht waarin het eiland werd verdeeld in drie protectoraten onder toezicht van Londen, Ankara en Athene, welke uiteindelijk zou worden vervangen door een vredesmacht van de Verenigde Naties: UNFICYP. Het voorstel om door de NAVO de vrede te laten handhaven werd door de aartsbisschop resoluut van de hand gewezen: Cyprus streefde volledige politieke niet gebondenheid na en ook de wens om Enosis was inmiddels van de baan, dit tot groot ongenoegen van de Verenigde Staten en Athene. De militaire junta in Athene besluit op 15 juli 1974 tot een staatsgreep over te gaan. Makarios III weet zich echter in veiligheid te brengen. Op 20 juli van datzelfde jaar schieten Turkse troepen de Turks – Cypriotische minderheid te hulp en bezetten het noordelijke deel van het eiland. Dit leidde de val van het militaire bewind in Athene in. Ondanks de wapenstilstand van 30 juli startte hetbTurkse leger op 14 augustus een nieuw offensief, met als gevolg dat de Grieks – Cypriotische bevolking naar het zuidelijke gedeelte van het eiland vluchtte, terwijl de Turks – Cyprioten in noordelijke richting vluchtten. Deze tweedeling duurt, ondanks diverse bemiddelingspogingen, tot op de dag van vandaag voort.
Nawoord van de auteur (disclaimer):
Om een land en haar bevolking te kunnen begrijpen, beweegredenen en motivaties, ontkomt men niet aan het zich verdiepen in de geschiedenis van dat betreffende land. In dit geval Griekenland. In de diverse columns op deze website worden historische gebeurtenissen genoemd, waarvan velen de feiten niet kennen. Daarnaast wordt er in de media vaak zonder cultuur historisch besef commentaar op Griekenland geleverd.
In deze column heb ik getracht de geschiedenis van Griekenland in de negentiende en twintigste eeuw toegankelijk te maken voor een publiek als u en ik. Ikzelf ben geenszins een historicus, maar ben wel altijd geïnteresseerd geweest in de Griekse geschiedenis. Bij het schrijven van deze column kwamen voor mij vele nieuwe feiten aan het licht, te veel voor deze column. Vandaar onderstaande verwijzingen voor wie zich verder in bepaalde gebeurtenissen of personen wenst te verdiepen.
Daarnaast heb ik geprobeerd deze column te schrijven zonder mijn persoonlijke mening te ventileren. Ik heb geprobeerd mij zoveel mogelijk bij de historische feiten te houden. Met de komst van internet is het beschikbare materiaal enorm. Hoewel ik deze column met uiterste zorgvuldigheid heb geschreven is het mogelijk dat, ondanks het controleren van de beschikbare gegevens, er alsnog onjuistheden door mij werden opgetekend. Mocht u een dergelijke onjuistheid aantreffen, verzoek ik u middels het contactformulier elders op deze website aan mij door te geven.
Eindhoven, oktober 2013
Bronvermelding: voor deze column werd gebruik gemaakt van onderstaande websites:
Voor meer informatie over het Ottomaanse rijk: wiki/Ottomaanse_Rijk
Voor meer informatie over de Griekse geschiedenis: wiki/Geschiedenis_van_Griekenland
Voor meer informatie over de Griekse vrijheidsstrijd: wiki/Griekse_Onafhankelijkheidsoorlog
Voor meer informatie over de "Slachtpartij op Chios": en.wikipedia.org/wiki/Chios_Massacre
Voor meer informatie over "Le Massacre de Scio": en.wikipedia.org/wiki/The_Massacre_at_Chios
Voor meer informatie over de zeeslag bij Navarino: wiki/Zeeslag_bij_Navarino
Voor meer informatie over Laskarina Bouboulina: wiki/Bouboulina en wiki/Laskarina_Bouboulin
Voor meer informatie over Yiannis Kapodistrias: wiki/Ioannis_Kapodistrias
Voor meer informatie over het Megali Idea: wiki/Megali_Idea
Voor meer informatie over Enosis: wiki/Enosis
Voor meer informatie over de Vrede van Sèvres: wiki/Vrede_van_S%C3%A8vres
Voor meer informatie over de Ramp in Klein Azië: wiki/Grieks-Turkse_Oorlog
Voor meer informatie over Eleftherios Venizelos: wiki/Eleftherios_Venizelos
Voor meer informatie over de bevolkingsuitwisseling: wiki/Bevolkingsuitwisseling_tussen_Turkije_en_Griekenland
Voor meer informatie over Ioannis Metaxas: wiki/Ioannis_Metaxas
Voor meer informatie over het Griekse verzet en de Burgeroorlog: wiki/Griekse_Burgeroorlog
Voor meer informatie over EDES: wiki/Nationaal_Republikeinse_Griekse_Liga
Voor meer informatie over EAM: en.wikipedia.org/wiki/National_Liberation_Front_(Greece)
Voor meer informatie over ELAS: en.wikipedia.org/wiki/Greek_People's_Liberation_Army
Voor meer informatie over het kolonelsregime: wiki/Kolonelsregime
Voor meer informatie over Konstantinos karamanlis: en.wikipedia.org/wiki/Konstantinos_Karamanlis
Voor meer informatie over de kwestie Cyprus: .wikipedia.org/wiki/Cyprus
Voor meer informatie over Cyprus: wiki/Geschiedenis_van_Cyprus
Voor meer informatie over aartsbisschop Makarios III : en.wikipedia.org/wiki/Makarios_III
Voor meer werk van Eugène de la Croix: www.artsy.net/artist/eugene-victor-ferdinand-delacroix-eugene-delacroix
Op deze column rust copyright: Niets uit deze website mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enigerlei vorm of wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of enige andere manier. Dit is alleen mogelijk na voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.