Nog geen honderd meter van ons huis staat een klein wit gebouw, rond met een rood koepeltje. Het leunt tegen een ander pand, zijn imposante buur is de kerk van Sint George. Je moet een paar treden op om bij de deur van dit lieflijk ogende pandje te komen. Als je de deur openduwt kijk je in een lege ruimte van misschien zes vierkante meter. Rechts van de deur zit een raam en daarnaast een nis met een paar vergeten kaarsstompjes. Ongeveer een meter achter de deur zit een vierkant gat in de vloer provisorisch afgedekt met planken.
Nieuwsgierig geworden, til je de plankjes op en je kijkt in de ruimte onder het gebouw. Niets te zien, totdat je op je knieën gaat zitten, met een sterke zaklamp naar binnen schijnt en naar de verste hoek tuurt, en daar liggen...menselijke botten! Dit klein halfrond gebouwtje met zijn rode koepeldak is namelijk het voormalige "οστεοθηκη", het beenderhuis. Eind negentiende eeuw werden de beenderen uit de geruimde graven opgeslagen in het ossuarium. In die tijd kon je nog via een trap de kelderruimte in.
We zijn op Horafia, het deel van het dorp waar mijn man en ik wonen. Horafia betekent "velden" in het Grieks. Tussen de gebouwen waarin de basisschool en het voortgezet onderwijs zijn gevestigd, ligt de belangrijkste kerk van het eiland, de Sint Konstantinos en Sint Helen. Verspreid over Horafia liggen nog drie kerken, waarvan de Sint George de meest imposante is. De kerk is gebouwd in de vorm van een Byzantijns kruis en wordt momenteel gerenoveerd.
Voor de eerste wereldoorlog was in dit deel van het dorp het kerkhof. Rondom werd al gebouwd, het was het armere deel van Kastellorizo. De Italianen, die hier heersten tijdens het Interbellum (periode tussen Eerste en Tweede Wereldoorlog (redactie)), vonden dit maar een onhygienische toestand en verplaatsten de overvolle begraafplaats naar een andere deel van het eiland, ver van de huizen. Ik liep al jaren aan het beenderhuis voorbij, zonder te weten wat het was. Ik vertelde het tegen een vriendin en zij nam me mee op een korte wandeling door mijn eigen woonplaats.
Staande in de haven kijken we naar de huizen, die rondom de natuurlijk gevormde haven van het eiland zijn gebouwd. Vele daarvan indrukwekkend, want ze waren ooit eigendom van de rijke bovenlaag, de kapiteins en de reders. De huizen zijn gebouwd ten tijde van diverse overheersingen. Ze maken deel uit van de visuele geschiedenis van Kastellorizo. De Franken waren hier, net als de Venetianen, de Hospitaalridders, de Ottomanen, de Fransen en de Italianen. Ieder van hen heeft zijn sporen nagelaten. Veel huizen zijn inmiddels gerestaureerd, maar hier een daar is nog een ruïne te vinden. Het is bijna niet voor te stellen dat op dit kleine eiland bijna tienduizend mensen hebben gewoond. De huizen stonden muur tegen muur, nauwe stegen, met een bloeiende en gevarieerde middenstand.
Rechts van de haven, op een heuvel, in wat destijds het belangrijkste deel van Kastellorizo was, ligt een kasteel. Het "kasteel van de Ridders’" is aan het einde van de veertiende eeuw gebouwd door de Hospitaalridders. Zij hadden al een sterke basis gevestigd op Rhodos. Met zijn natuurlijk beschermde haven en op de route naar Cyprus en het Heilige Land vormde Kastellorizo voor hen een aantrekkelijke buitenpost. Bij het Kasteel van de Ridders is nog een plaquette te vinden, deze dateert uit de vierde eeuw voor Christus. De inscriptie geeft aan dat het kasteel is gebouwd op de fundering van een toren uit de Antieke Oudheid. Ook stond er een imposant beeld van de Griekse god Hermes, de god van de handel. Hermes waakte over de haven, een belangrijke handelsplaats. In die tijd heette dit eiland nog Megisti. "Megisti" betekent de grootste. Het grootste eiland van de archipel. Megisti is ook nog steeds de naam in officiële stukken.
De naam Kastellorizo is een verbastering van de middeleeuwse naam Castello Rosso. Het verhaal gaat dat de naam ontstaan is ten tijde van de bouw van het kasteel en verwijst naar de rode rots waarop het is gebouwd. We lopen van de haven weg naar de plek waar de kade met de zee meedraait naar rechts. Wij gaan naar links en lopen de oude agora in. De drie bogen die de toegang vormen zijn beeldbepalend in de aaneengesloten rij van huizen. De agora is Venetiaans van origine. In de twee verste hoeken zijn de haken nog zichtbaar waar de slagers hun vlees aanhingen. In het midden van het gebouw de marmeren tafels waar vis lag uitgestald. We lopen via de kleine binnenplaats achter de agora de nauwe stegen in die zo kenmerkend zijn voor dit eiland. Van diverse huizen lijkt het alsof de hoek waar twee muren bij elkaar komen is weggeslagen. Er zijn een paar mythes die daar een verklaring voor geven. Eentje zegt dat het nodig was omdat het anders moeilijk was om grotere dingen door de stegen te vervoeren. Maar ik kies voor de meer avontuurlijke versie. De ontbrekende hoek stelde de vroegere inwoners in staat om beter te kunnen zien wat de piraten deden, die hen door de stegen achterna zaten.
Mijn gids wijst me nog op iets anders. De beroemde deurkloppers. Op de deur van veel huizen hangt een vrouwenhand als deurklopper. Soms heeft de hand een ring aan de ringvinger, soms niet. In de tijd dat het vormen van relaties nog werd overgelaten aan een koppelaarster kon je aan de deurklopper zien waar een ongetrouwde vrouw woonde. Deze kleine weetjes uit de geschiedenis geven diepte aan het wonen op deze bijzondere plek. Klein en aan de rand van Griekenland, maar met een heel rijke geschiedenis. Ik zal er de komende maanden nog meer over vertellen, maar voor nu Θα λεμε !
Elma