Als wij op vakantie gaan of een paar dagen naar Rhodos moeten, dan is mijn mantra altijd “hebben we paspoorten, tickets en bankpas? Okay, dan kunnen we weg. Al het andere kunnen we kopen”. Maar ja, wat moet je kopen? Niet zoveel of helemaal niets, want meestal neem je teveel mee. Ik tenminste wel, totdat ik weer eens naar Rhodos ging en de daad bij het woord kon voegen. Wat gebeurde er?
Begin november eindigde mijn carrière bij de supermarkt. Na acht maanden kon ik genieten van mijn ρεπό: mijn vrije dagen. Op de planning stond een dagtrip naar Rhodos. Niks spannends, gewoon weer eens boodschappen doen in een grote supermarkt. En het verlangen naar een andere omgeving, de laatste keer dat ik van Kastellorizo weg was geweest, dateerde alweer van februari. Sinds twee jaar heeft het eiland een tweede ferrielijn, de SAOS. Deze ferrie, kleiner en langzamer dan de grote Blue Star Ferries, maar komt wel drie keer per week. Twee van de drie keer komt de SAOS ´s avonds en blijft dan liggen tot de volgende ochtend om pas dan terug te varen naar Rhodos. Door dit vaarschema kunnen we elke woensdag op en neer naar Rhodos en daarmee biedt de ferrielijn aan de eilandbewoners een tot voor die tijd ongekende luxe: op één dag op en neer naar Rhodos. Je moet er wat voor over hebben, want een enkele reis duurt vijf uur! In de winter heb je op Rhodos pakweg twee-en-een-half uur voor je boodschappen. Uitgebreid shoppen moet wachten tot een meerdaags bezoek.
Ik had het er allemaal voor over. Door coronamaatregelen en werk was ik al in geen maanden het eiland af geweest. Het werd tijd voor een uitstapje en aangezien de grens met Turkije al sinds maart vorig jaar is gesloten, vond ik Rhodos een uitstekend alternatief. Dus ticket geregeld, coronapas plus paspoort op zak, boodschappenlijst opgesteld, boodschappenkar en rugzak afgestoft en woensdagochtend iets voor zeven uur scheepte ik in. Er vertrokken meer eilandbewoners naar de grote buur. De meesten hadden een artsenbezoek gepland, vriendin Loeki en ik gingen voor de boodschappen.
Ik wist dat voor het einde van die week een staking bij de ferriediensten was aangekondigd. Maar bij het afhalen van mijn ticket werd door het reisbureau bevestigd dat normaal zou varen, dus ook de terugreis. Sommige Kastellorizi waren er niet helemaal gerust op en informeerden bij het aan boord gaan ook nog maar eens bij leden van de bemanning. Hun antwoord kende geen twijfel: “ja, we gaan vanmiddag terug naar Kastellorizo”.
De heenreis vloog voorbij, lezen, koffie drinken met een paar andere bewoners, het uitwisselen van de laatste nieuwtjes. Eenmaal van boord zetten Loeki en ik er flink de pas in. Niet ver van de haven ligt de Canadastraat, met een grote supermarkt, maar ook een biologische groentewinkel, notenbar, apotheek, dierenarts. Ik werkte gestaag mijn lijstje af. Dit ging goed, ik had zelfs nog tijd voor koffie! Ruim voor drieën kwamen Loeki en ik als laatsten terug in de haven en we zagen meteen dat er iets niet goed was. “We gaan niet terug! Ze varen niet terug! Die *&^%&*^ willen niet terugvaren! Ze staken, ze staken”! Wat zullen we nou krijgen? Er werd gesmeekt, er werd gevloekt en vervloekt, er werd zelfs gedreigd. En er werd gebeld met de eigenaar van de ferriedienst. Sommigen moesten terug voor hun werk. Er waren een paar kinderen bij, die moesten weer naar school. Maar niks hielp. Van de totale bemanning wilden er slechts drie aan de staking meedoen. Maar een van stakers was de kapitein. Tja, dan houdt het zo’n beetje op. De loopplank bleef uitliggen, maar de hekken naar het ruim gingen dicht. De bemanning zocht hun spullen bij elkaar en vertrok. Daar stonden we dan. Met heel veel boodschappen, maar verder? Niets...
Loeki ging als eerste in de actiemodus: “waar gaan we logeren”? vroeg ze. “Laten we het Plaza maar doen, die hebben een goed ontbijt”. Een van de gestrande passagiers was met de auto en bood ons een lift aan. Karren er in, vier dames op de achterbank en een van de bemanningsleden voorin, een Kastellorizi. Hij bracht ons op de hoogte van wat zich binnen had afgespeeld. De grote baas had na het telefoontje van een van ons met zijn kapitein gebeld. Die had voet bij stuk gehouden, als compromis zou er vrijdagmorgen om 6 uur worden teruggevaren. Anders hadden we nog langer op Rhodos vastgezeten.
We regelden een kamer bij het Plaza en gingen de stad in voor nog een shoppingtour: tandpasta, tandenborstels en een verschoning. Er zat niets anders op en we besloten er het beste van te maken. De extra dag op Rhodos werd benut voor zaken die anders tot een meerdaags bezoek hadden moeten wachten. Kon ik eindelijk mijn telefoonprobleem oplossen, de OTE, zeg maar de Griekse KPN zat bij het hotel om de hoek. Geweldig! We zijn kriskras door de stad gelopen en die dag ik heb mezelf getrakteerd op een mooi boek. Net als de eerste avond gingen Loeki en ik ’s avonds samen eten. De volgende dag moesten we om 6 uur op de boot zitten. En die wilden we niet missen!
Hellup, was inderdaad mijn eerste reactie toen ik hoorde dat we niet teruggingen. Maar al met al viel het allemaal mee. Je kunt met heel weinig. En met geld op zak koop je het meest noodzakelijke, een dak boven je hoofd en eten. Dat kan niet iedereen. En komende woensdag? Dan stap ik weer aan boord van de SAOS ferrie en ga boodschappen doen in Rhodos. Het weer is goed en een staking zit niet in de planning. Alles gaat goed. Toch?
Θα λέμε!
Elma